Wanneer we kijken naar de financieringsbegroting, maken we onderscheidt tussen eigen vermogen en vreemd vermogen.
Op het moment dat je (een deel van) de benodigde investeringen met eigen geld (spaargeld) aanschaft, spreken we over eigen vermogen. Onder eigen vermogen tellen we bijvoorbeeld ook een lening mee bij familieleden. Wanneer je (voor een deel van een financiering) afhankelijk bent van een externe financier zoals een bank zal er vrijwel altijd gevraagd worden naar een deel eigen inbreng.
Vreemd vermogen is het geld dat je moet 'lenen' bij bijvoorbeeld de bank. Hierbij word er onderscheid gemaakt tussen kortlopende en langlopende termijnen. Bij kortlopende termijnen moet je denken aan bijvoorbeeld af te dragen belastingen, rekening-courant, leverancierskrediet. Een langlopende termijn is meestal een hypotheek.
Dit is de verhouding tussen het eigen vermogen van de (startende) ondernemer en het totaal benodigde investeringsbudget. Hiermee kan een financierder een inschatting maken om de ondernemer op lange termijn de schulden kan voldoen. Ga in beginsel uit van een minimale inbreng van eigen geld van 20-25%. Er zijn branches die als risocovol worden gezien zoals de horeca. Hier kan de eigen inbreng oplopen tot de helft van het investeringsbedrag.
Als startende ondernemer kan het lastig zijn om de juiste prijs voor je product of dienst te bepalen. Je wilt niet te goedkoop zijn, maar je wilt ook jezelf niet uit de markt prijzen omdat je te duur wordt gevonden. Vaak wordt de discussie gevoerd over kosten, prijs en waarde. Drie begrippen die regelmatig door elkaar worden gehaald. In deze blog vertel ik je hoe je hier als (startende) ondernemer mee om kunt gaan. Je gaat daarbij ontdekken hoe je met deze kennis jouw bedrijf succesvoller kunt maken.